Dilataties in dekvloeren

Hoe kan ongecontroleerde scheurvorming in een dekvloer worden voorkomen? Wat is het verschil tussen een krimpvoeg en een dilatatievoeg?  Wanneer moet een voegprofiel worden toegepast? Tijdens de verharding van de mortel wordt een dekvloer kleiner. De voornaamste oorzaak is verdamping van niet gebonden water. De krimp treedt op bij cementgebonden vloeren en in mindere mate bij anhydrietvloeren. Dit zijn dekvloeren gebonden met calciumsulfaat. Door nauwkeurige samenstelling van de mortel, juiste verwerking en beheersing van de condities tijdens de verharding kan de mate van scheurvorming worden beïnvloed, maar nooit geheel worden voorkomen. Bij afwerking met tapijt of parket is enige wilde scheurvorming geen probleem, maar bij een hechtende harde vloerbedekking moet het proces beheerst worden.

Spanningen als gevolg van krimp leiden tot scheuren op willekeurige plaatsen. Deze ongecontroleerde scheurvorming kan worden voorkomen door het aanbrengen van velddilataties. De dekvloer krijgt daarmee de ruimte om te krimpen. Een velddilatatie of krimpvoeg is dus niets anders dan geplande scheurvorming.
Bij het maken van een dilatatieplan dient onderscheid te worden gemaakt tussen hechtende en niet hechtende dekvloeren. De laatstgenoemden worden door een folie of isolatiemateriaal gescheiden van de dragende ondergrond.

dilatatievoegprofiel

dilatatievoeg in draagvloer

Hechtende en niet hechtende dekvloeren
Voor hechtende dekvloeren geldt dat dilataties in de dragende ondergrond te allen tijde dienen te worden doorgezet in de dekvloer. Bij prefab draagvloeren zonder druklaag is het aan te bevelen ook voegprofielen aan te brengen boven niet gekoppelde plaatovergangen.
De kans op scheurvorming is altijd groot bij scherpe hoeken. Daarom moet overwogen worden L- en U-vormige vloeren op te delen in rechthoeken en een voegprofiel aan te brengen in deuropeningen.

Voor niet hechtende dekvloeren gelden de volgende basisregels:

  • L- en U-vormige vloeren dienen te worden opgedeeld in rechthoekige velden. De voorkeur gaat uit naar vierkant, maar de verhouding tussen lengte en breedte mag zeker niet groter zijn dan 1:2. Pas veldscheidingen toe bij deuropeningen.
  • Bij calciumsulfaatgebonden vloeren geldt een maximum veldoppervlak van 400 m² en een grootste diagonaal van 50 meter. Cementgebonden vloervelden mogen niet langer zijn dan 10 meter en niet groter dan 80 m². Voor vloeren met een harde afwerklaag worden kleinere afmetingen gehanteerd.
  • Verwarmde en onverwarmde vloerdelen dienen te worden gescheiden.
  • Tussen vloervelden met een eigen vloerverwarmingscircuit wordt een dilatatie aangebracht.
  • Het doorzetten van dilatatievoegen in de constructie vloer dient sterk overwogen te worden.
krimpvoegprofiel_dsn

krimpvoeg

Krimpvoeg of dilatatievoeg?
De krimpvoeg maakt beweging van de vloer in één richting mogelijk: die van verbreding. Hiermee onderscheidt hij zich van de dilatatievoeg die breder en smaller kan worden. Dit als gevolg van bijvoorbeeld temperatuurschommelingen. Bij vloerverwarming maar ook bij sterke zoninstraling zal de dekvloer uitzetten en krimpen. Dit effect is sterker bij zwevende vloeren ofwel constructies waar dek- en draagvloer zijn gescheiden door een laag isolatiemateriaal. De vloer zelf maakt uiteraard geen onderscheid tussen een krimpvoeg of een dilatatievoeg. Dit wordt bepaald door de ontwerper en is men name van belang bij de keuze van een voegprofiel.

Voegprofielen
De simpelste dilatatie wordt verkregen door het aanbrengen van een zaagsnede. Niet gesteunde voegwanden kunnen echter op den duur  afbrokkelen. Dekvloeren, tegels en kunsthars afwerklagen zijn immers slecht bestand tegen de trekkrachten die worden veroorzaakt door passerende boodschappenkarretjes, serveerwagens en dergelijke. Bij kans op schade wordt geadviseerd een voegprofiel toe te passen.

krimpvoegprofiel

krimpvoegprofiel

De meeste voegprofielen die tijdens het aanbrengen van de dekvloer worden geplaatst, kenmerken zich door perforaties in de steunbenen. Deze zorgen voor een prima hechting met de vloer waardoor een mechanische bevestiging overbodig is. Dilatatievoegprofielen worden gekozen op basis van voegbewegingen, belastbaarheid en eventuele hygiënische eisen. De keuze van een krimpvoegprofiel  is gebaseerd op belastbaarheid en het metaal waarvan het voegprofiel is gemaakt. Aluminium is goedkoper, maar corrosievast staal geeft geen smeerstrepen bij het vlinderen. Dit laatste is van belang bij vloeren zonder verdere afwerklaag.


Dit artikel is opgenomen in het e-boek “Afwerking van dilatatievoegen in de burgerlijke en utiliteitsbouw”. Download het hier.

5 gedachten over “Dilataties in dekvloeren

    • Voor dekvloeren met vloerverwarming bestaan geen speciale profielen. De normale typen dilatatievoegprofielen – er is sprake van uitzetting en krimp – volstaan. Voorkomen moet worden dat verwarmingsleidingen de dilatatievoeg kruisen. Indien dit niet is te vermijden, dient volgens onder meer SBR een mantelbuis te worden toegepast van minimaal 200 mm. Voor een krimpvoeg met een werking van enkele millimeters is dit wellicht voldoende, maar bij een werkende dilatatievoeg zou ik de voorkeur geven aan een langere mantelbuis. In een uitgave van Febenat, de Federatie van Belgische Natuursteengroothandelaars vond ik dat verwarmingsbuizen zich in een huls dienen te bevinden van ongeveer 0,5 meter lengte die een speling laat van 6 mm op de diameter van de huls ten opzichte van de buis.

    • Voor ruimten waar hygiëne van belang is, zijn dilatatievoegprofielen met een glad tussenrubber beschikbaar. De harmonicastructuur, waar vuil zich kan ophopen, is bij de ‘G-typen’ aan de bovenzijde egaal afgewerkt. Dit heeft uiteraard consequenties voor de maximale voegbeweging.
      Krimpvoegprofielen zijn voorzien van een opencellig kunststofschuim. De cellen zijn echter zo klein, dat vuil hier nauwelijks kan indringen. Indien gewenst kan het schuim door de fabriek iets lager dan normaal worden aangebracht waardoor ruimte overblijft voor een kitlaagje. De kit kan dan het best worden aangebracht als het krimpproces is gestopt.

  1. Ik moet toegeven dat de omschrijvingen van dilataties (zoals in de afwerkvloeren) altijd een beetje een onderschoven kindje blijft in de meeste bestekboeken. Vaak wordt het principe wel genoemd op tekening en in het bestekboek maar wordt de uitwerking ervan overgelaten aan de (onder)aannemer. Als ik het zo lees lijkt het me toch zeker verstandig om hier in het bestek meer aandacht aan te besteden.

Geef een reactie op Trees Konijn Reactie annuleren