Een belangrijk onderdeel van de levering van bouwstoffen is het transport. Arcas levert vooral maatwerk, bouwstoffen die in de juiste afmetingen in de fabriek worden klaargemaakt. Dit gaat rechtstreeks van die fabriek naar het gewenste adres. Meestal is dat een bouwplaats, soms het magazijn van een aannemer. Onze fabrikanten besteden het vervoer van goederen uit. Afhankelijk van de omvang en het gewicht van de zending wordt het transport in opdracht gegeven bij een pakketdienst of een transporteur. Hoe komen de door u bestelde spullen nu op het afgesproken adres? En waarom gaat het soms fout?
Sinds 1993 is het voor transportbedrijven mogelijk spullen te vervoeren buiten het land waar zij gevestigd zijn. Deze zogeheten cabotage kent echter wel enige beperkingen. Om deze reden maar ook in verband met efficiëntie, worden goederen bij internationaal transport doorgaans een of meer keren overgeladen. Alleen als het een spoedtransport, een grote hoeveelheid of bijzondere lengten betreft, gaat de zending rechtstreeks naar het afleveradres. De overslag kan zijn van de ene op de andere bestelwagen van dezelfde pakketdienst, maar ook tussen vrachtauto’s van samenwerkende transporteurs. Meestal gaat dit goed, maar als het fout gaat, is het spoor lastig te volgen.
Recent hadden wij kort na elkaar twee problemen met leveringen. Op zoek naar informatie over het onderwerp, stuitten wij op het artikel ‘Aflevering van goederen gaat vrij vaak mis’ in het Nieuwsblad Transport van mei 2013. Het stuk gaat in op TNO-onderzoek naar oorzaken van vertragingen bij het afleverproces. De ‘Top Vijf’ ziet er als volgt uit:
- Transporteur heeft onjuist/onvolledig losadres
- Ontvanger wist niet van aankomst van de goederen
- Transporteur heeft geen/onjuiste contactgegevens losadres
- Transporteur is onbekend met venstertijden
- Geen of onjuiste losmiddelen (zoals bijvoorbeeld vorkheftruck of pompwagen).
Een gebrekkige communicatie tussen de bij het transport betrokken partijen lijkt dus de voornaamste oorzaak. Dat is ook onze ervaring. Ruim een derde van de deelnemers aan het onderzoek meent dat beperking van het aantal schijven ‘ruis op de lijn’ kan voorkomen. Een klein deel ziet heil in vooraanmelding. De transporteur geeft dan ruim tevoren aan wanneer de zending verwacht mag worden. Een ander deel denkt dat de oplossing ligt in automatisering. Hét probleem bij het vinden van oplossingen is dat niemand overzicht lijkt te hebben over de hele keten.
Communicatie was bij onze probleemgevallen ook de oorzaak van een trage levering. Juist omdat het vaak een bouwplaats betreft, wordt zorgvuldigheid betracht bij het afleveradres. Indien nog geen postcode bekend is, wordt een routebeschrijving meegestuurd. In alle gevallen vermelden we de naam en het mobiele telefoonnummer van de ontvanger.
In ons eerste probleemgeval meldde de bezorger dat het afleveradres niet juist was. Onterecht zo bleek later. In plaats van te bellen naar de contactpersoon, bracht hij het pakket terug naar het depot waar het vandaan kwam. Daar had het waarschijnlijk nog gestaan als wij uiteindelijk geen contact hadden gezocht. De opdrachtgever – onze fabrikant – kreeg via de Duitse vestiging telkens onjuiste informatie. Een ander geval betrof de levering van pallets aan diverse bouwplaatsen. Expliciet gevraagd was om van te voren contact op te nemen met de uitvoerder zodat hij aanwezig kon zijn bij de ontvangst. Er werd echter niet gebeld. Eén zending ging terug naar het depot, een volgende belandde in het magazijn van het bedrijf op wiens terrein de werkzaamheden zouden gaan plaatsvinden.
Wij vroegen Folkert Nicolai, schrijver van het aangehaalde artikel naar commentaar. “In tweeënhalf jaar is nog weinig veranderd. Het overgrote deel gaat goed, maar juist de zendingen die misgaan vallen op. Een bijkomend probleem in de communicatie is de inzet van chauffeurs die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen”, aldus Nicolai.
Ideeën om dit soort problemen op te lossen zijn welkom!